Waarom heten al die mannen Jan?
Ik heet Jan, mijn vader heette Jan, mijn opa heette Jan. Zo ging dat in mijn kringen. Ik ben de laatste Jan in mijn geslacht. Meisjes namen het over en er was niemand die klaagde. Ik behoor tot een uitstervend lijntje Jannen.
Big deal, wie doet dat nou niet? Uitsterven.
Alles is eindig.
Ik besteedde er geen aandacht aan.
Fietste tegen een berg op en fotografeerde een spandoek.
Jan, stond erop.
“Jan was here”, stond ook op de weg en ik leerde een andere Jan kennen.
Ik voelde me onder Jannen.
Echte Jannen.
Ik kijk een beetje om me heen.
Er ligt een enveloppe op de mat.
Er zit een uitnodiging in.
Voor het lidmaatschap van een club.
Ik mag, als ik wil, als ik durf, lid worden van een club.
Aspirant lid, de Jantjes heten de eerstejaars.
Pas daarna het grote werk, de Jannen.
In de begeleidende brief staat dat de ballotage commissie aanvankelijk wat huiverig was om de uitnodiging te versturen omdat het helder was dat ik er niet aan toe was, dat lidmaatschap. Nu ik de vraag gesteld heb waarom al die mannen Jan heten is de postkamer geactiveerd en ligt het aanbod op de mat.
Aspirant lid.
Ik denk erover na, twijfel, huiver.
Ik ken ze slechts van horen zeggen.
Deze club Jannen deinst nergens voor terug.
Ze leven het leven dat ze willen, ze voelen de pijn, ze lachen hard, ze bruisen soms wild.
Ze beschermen hun dierbaren op onorthodoxe wijze en als ze een ding gemeen hebben dan is het wel dat ze hun hart volgen en niets anders. Ze denken na over wat er is, niet over wat er was of wat er komt.
Ze schrijven.
Het is een schrijfclub.
Ik moet mijn eigen pen meenemen, mijn eigen papier, moet mijn eigen teksten maken.
Wat ik schrijf mag ik zelf bepalen.
Of het een boek wordt of slechts gebundelde letters is aan mij.
Ik kijk wat verder om mij heen.
Dacht dat die brief alleen voor mij was.
Of in ieder geval dat alleen echte Jannen hem konden krijgen.
Wat een absurde gedachte.
Ik leer dat de commissie alle namen kent maar gewoonweg niet iedereen uitnodigt.
Ik heb de Jannen gezien die me uitnodigden.
Maar ze waren er alleen voor de ontvangst.
Daarna moet ik het zelf doen.
Ik twijfel.
Dat is niet erg.
Jannen durven dat.