Een onbekende reiziger, een onbekende soldaat. Het zijn mijn rollen als figurant in de Opera ‘St.Louis Blues’. Het verhaal over het droevig lot van bootvluchtelingen vlak voor het uitbreken van de tweede wereldoorlog. Sla de informatie erop na en je beseft dat dit verhaal geen einde kent. Ze zijn er nog steeds, de verschoppelingen van onze wereld en ze zwerven eeuwig rond op hun bootjes over de oceaan zonder dat we er ons om bekommeren.
In een serie van zeven gedichten breng ik verslag uit van mijn belevenissen als figurant in dit trieste verhaal. Van elke repetitiedag één, met de première als epiloog.
Op drift
Onderbroek en schoenen, portret van Pa en Ma,
Korte broek en lange rok,
zakdoek voor het wuiven
Ik kijk ze eeuwig na
Met mijn handen op de reling
Tranen in mijn oog
Korte broek en lange rok
Op zee hou je het niet droog
Ik ben gegaan vanwege vrede
Vrede in ons hart
Met negenhonderd zielen
Zakdoek voor het wuiven
Staren ze naar de kant
Die langzaam van hen wegdrijft
Met handen op de reling
Tranen in hun oog
Korte broek en lange rok
Op zee hou je het niet droog
Ik ben gegaan vanwege gekte
Gekte in het land
Het land waar ik vandaan kom
Het land dat staat in brand
Met haat tussen de regels
Schreef men een heel volk af
Een volk dat langzaam wegdrijft
Op een bootje naar hun graf
Dat was de gekte van een oorlog
Maar waar is die oorlog nu
Ik zie nog steeds dat bootje
Drijvend daar op zee
Negenhonderd of meer zielen
Niet iedereen kan mee
Met handen op de reling
Tranen in hun oog
Korte broek en lange rok
Op zee hou je het niet droog
En dan is daar de aankomst
Vroeger, nu en toen
Dan sluiten we de hekken
Dat is dus wat we doen
Nog steeds is niemand welkom
In al onze zotte rijkdom
Met armoe in ons hart
De handen op de reling
Tranen in hun oog
Korte broek en lange rok
Op zee hou je het niet droog
@Romheen St.Louis blues dag 1 (04-09-2019)