de onbeminde soldaat

De vrouw die in zijn verhaal figureert is van gedaante veranderd gedurende de twee uur die ik naar hem luister. Van frisse, mooie, welgevormde leuke jonge vrouw afgegleden naar een omschrijving die waarschijnlijk meer zijn gevoel weergeeft dan de werkelijkheid. Alhoewel zijn relaas doet vermoeden dat er alle reden is om zijn frustraties op haar bot te vieren. Ik kan haar er niet meer naar vragen, ze is dood.

Hij werd geboren in een nonnenklooster in Den Haag. Het is 1946, Nederland is vrij en de goede rekenaars onder u begrijpen dat zijn verwekking het gevolg is geweest van een bevrijdingsfeest. In zijn geval een feest tussen een Canadese soldaat en een frisse, mooie, welgevormde leuke jonge vrouw. Ze heeft hem drie weken gekend voordat hij uit beeld verdwenen is. De geldende mores deed haar vanuit Naarden verkassen naar het westen des lands. Ongetrouwd en kinderen krijgen waren twee begrippen die niet samengingen in die tijd en dus droeg ze het droevig lot dat veel jonge moeders ondergingen. Na de geboorte stond ze hem af en hij groeide op in een pleeggezin in de gemeente Renkum. Een mooie en fijne warme tijd, zegt hij er zelf over.

Door omstandigheden moest hij na verloop van jaren echter weg bij het pleeggezin en begon aan een lange rondtocht langs opvanghuizen die hem geen goed hebben gedaan. Contactpogingen met het pleeggezin, zijn broers en zussen noemt hij ze, strandden. Net als die met zijn moeder, ze wenste, ook op latere leeftijd, geen contact meer met hem. Hij bestond niet voor haar.

‘Ik ben er naartoe gegaan hoor, om te kijken, om zijn graf te zien’. Hij spreekt over vele jaren later wanneer hij ontdekt heeft dat zijn vader, de Canadees van het feest der bevrijding, overleden is. Foto’s van de familie daar leren hem dat hij op ‘m lijkt. En dat hij nog een halfbroer heeft in Duitsland. Geboren ten gevolge van een bevrijdingsfeest van zijn moeder met een ander. Joop, zo heet zijn broer, heeft het contact inmiddels verbroken. Herinneringen kunnen ook teveel pijn met zich mee dragen. Dat doen ze voor mijn verteller ook maar hij heeft de behoefte hierover te spreken.

‘Ik hoef niet ineens belangrijk te zijn, maar ik kan het gewoon niet begrijpen’.
Zijn magere gestalte schokt als hij de tranen de vrije loop laat. De donkerblauwe aderen steken schril af bij de grauwe huidskleur op zijn tengere gerimpelde handen die hij open op tafel voor zich gelegd heeft. Af en toe trommelt hij ongeduldig met zijn vingers op het houten blad en soms slaat hij erop om zijn frustratie kracht bij te zetten. Tegenover mij zit een man van 73 jaar oud die zijn leven verwoest ziet door ‘omstandigheden’. Hij is getrouwd geweest, heeft kinderen gekregen maar ook daar is het niet goed gegaan. Er is geen contact meer.

‘Waarom ben je hier?’, vraag ik hem.
Hij blijkt zo naar een plek te gaan die hij fijn vindt, waar hij zich een beetje vertrouwd en geborgen voelt. Hij gaat zo naar zijn vader zegt hij.
Verward vraag ik hem naar het graf in Canada.
Zijn vader blijkt twee graven te hebben, één bij de familie en één tussen zijn maten uit de oorlog op de begraafplaats in Oosterbeek. Voor hem maakt het niet uit waar hij echt ligt.

Hij is blij iemand in de buurt te hebben.

download