Naar aanleiding van een weekend poëzie schrijven in Kloosterburen, op het Groningerland, een korte impressie.
waarneming
achter de dijk
wekken de verzonken huizen
de indruk van boven water
molenwieken slaan
zich slagen door de lucht
verlaten land bestippeld met schapen
dikke zwarte grond kopt omhoog
tussen zaaigoed, flinterdunne belofte van groen
oorverdovend waait de wind een stilte
naar mij toe
Westernieland met de Weem
een wilg, een weg, een bord, een richting
een streep door mijn blikveld
houdt zorgvuldig de wolken
bij het gras vandaan
de zon schijnt wolken aan flarden
soms verdapperen er zich een stel
en gooien een deken
met een gouden randje
over haar heen.
Hotel ‘het klooster’
Kreukeldekens maken indruk op mijn been
Druppels rondom randen van het raamkozijn
Wind duwt en trekt willoze gordijnen
Zwarte sokken in een bruine vloerbedekkingzee
De wasbak van vroeger uit Vreeland
Mijn spullen als een buitenaards gelande boodschap
De gang naar het verleden
mozaïek
glasscherven van geluk
spatten nauwgezet uiteen
als de tijd opeens
het denken wreed ontwricht
zoeken wij
scherf na scherf
geduld
voor evenwicht