Stel, je bent een vluchteling.
Vanuit een oase van letters en woorden ben je beland in een woestijn van klanken waar geen touw aan vast te knopen is. Je bent hoogopgeleid, laten we zeggen ingenieur in het een of ander. Je vindt niet de baan, die er wel is omdat het even duurt voordat de woorden “Goedemorgen, hoe gaat het met u?”, tot je doordringen qua betekenis. Ze leren uitspreken is helemaal lastig en tijdrovend.
Of stel, je bent een Nederlander.
Vanuit een oase van letters en woorden beland je in de dorre woestijn van jouw eigen taal waar geen touw aan vastgeknoopt wordt. Je bent hoogopgeleid, laten we zeggen ingenieur in het een of ander. Je hebt een baan maar er gaan veel morgens voorbij zonder dat je de woorden “Goedemorgen, hoe gaat het met u”, uitspreekt. Als je ze al uitspreekt is een antwoord altijd goed. We praten wel veel maar zeggen weinig.
We hebben daar een boek voor. Een opsomming van verklaringen, uitleg over woorden en uitspraken die onze taal, onze taal maken. De dikke van Dale. Met elk jaar nieuwe woorden, gekke woorden zoals de Beyoncévlieg(een groot goud geel achterwerk dat je kunt liken) en zelfs spookwoorden. Al zijn die bedoeld om het product van de uitgever tegen plagiaat te beschermen. Een boek voor puristen en wurmen. Een boek waar we mensen de woestijn mee insturen. Een dor verzinsel waar de woorden flora en fauna wel in voorkomen maar waar niets weelderigs uit wil groeien.
De dikke heeft het in dat boek van onze taal over de status van een vluchteling. Zo bestaat er een politiek vluchteling maar er is ook een klimaatvluchteling. Ze trekken in tegenovergestelde richting de Middellandse zee over. Onderweg komen ze elkaar niet tegen. De een mag blij zijn als hij het leven houdt in een bootje en de ander gaat comfortabel door de lucht.
De taal leeft, zo zegt men bij van Dale.
Ik heb mij aangemeld als vrijwilliger in een asielzoekers centrum. De contacten met de mensen daar gaan niet over taal. Niet over welk soort vluchteling dan ook. Laat staan over dat dikke boek. Ik heb er nog nooit “Goedemorgen, hoe gaat het met u?”gehoord. De woestijn van onze taal is er verandert in een florerende oase van contact met handen en voeten. Dat komt door het water wat gesprenkeld wordt. De taal van ons hart.