Een maaltijd schiet erbij in en ik sta op een Utrechtse straathoek knapperig gebakken zetmeel met mayo te smullen. Bijna niet te doen zonder echo van gezondheidsfreaks in mijn hoofd. Of zonder een kwak mayo op je shirt te dumpen zodat je de rest van de dag met een slakkenspoor op je borst rondloopt. Ik staar genietend voor me uit. Tussen de langssnellende tweewielers rijdt een fiets mijn blikveld binnen. Het ding danst als een pas losgelaten koe in de lentewei de hoek om. Een fiets. Er zit niemand op. Het stuur kiest lukraak richting. Totdat zwaartekracht het van snelheid wint en het op straat crasht. Tot zover mijn blikveld. Ik hoorde iets voor ik ging kijken.
“Blijf staan! Blijf staan! Stop! Halt!”
“Niet doen lul! Doe niet! Laat los! Racist!”
Zien en horen werken samen als er om de hoek, uit dezelfde richting als de fiets, een jonge man met getinte huidskleur en een rasta kapsel komt rennen. Hij sleept een man met zich mee. Een agent heeft zijn jas vast en ziet er niet uit alsof hij los gaat laten. Een verbeten blik. De jonge man vertraagd door het tegenwicht dat de agent hem biedt en komt midden op straat tot stilstand. Niet ver bij de fiets vandaan. De agent bezweert de vluchtpoging door luidkeels te schreeuwen.
“Je bent aangehouden! Blijf staan! Je bent aangehouden!”
De vluchter dient hem van repliek.
“Blijf van me af lul! Vuile racist! Je zoekt een zwarte uit hier! Donder op!”
De agent kijkt hem strak aan en wist zich het zweet van zijn voorhoofd.
“Je bent officieel aangehouden!”
“O, ja? Wat heb ik dan gedaan man? Helemaal niks toch man! Het is omdat ik zwart ben hè! Iedereen doet dat hier, jij vuile…!”
Hij maakt zijn zin niet af maar glimlacht ineens. In schril contrast met het gezicht van de agent. Die spreekt in een microfoon op zijn linkerschouder en kijkt met grote ogen naar zijn arrestant. Hij houdt voortdurend een hand gestrekt voor zich uit alsof hij hem op afstand wil houden.
“U heeft een stopverbod genegeerd, u heeft een vluchtpoging gedaan, u heeft zich verzet tijdens uw aanhouding, u heeft een ambtenaar in functie beledigd”.
De agent propt de gewichtige zinnen tussen zijn gejaagde ademhaling. De jongeman lacht hardop maar zegt niets meer. Hij zet zijn benen een beetje uit elkaar en gaat staan als een militair die ‘op de plaats rust’ heeft gehoord. Langzaam gaat zijn rechterarm omhoog en balt hij zijn vuist. Zo blijft hij staan.
Zijn zwijgen in gebarentaal zegt alles wat hij te zeggen heeft.
“Wat een aansteller”, zegt een vrouw die naast me staat te eten. Ze heeft een slakkenspoor op haar sjaal. De halve bevolking van Utrecht passeert hier op twee wielen maar in deze straat mag je niet fietsen. De agent heeft een vergissing begaan. Uitgerekend hij heeft Malcom X van zijn fiets getrokken. Dat wordt nog wat bij de rechtbank. Want geef die maar eens ongelijk.
En dan te bedenken dat je te oud bent om bij de patatgeneratie te horen.
LikeLike
Om het maar in goed Nederlands te zeggen: It’s all in the mind!:-)
LikeLike