de handschoen(slot)

Abrupt stond hij op van zijn stoel.
‘Uw diensten,voor een paar suède handschoenen?’
De jonge vrouw draaide zich naar hem toe en keek hem glimlachend aan.
‘Ja, en de etiquette van een goede weddenschap schrijft voor dat u elk bod dat gedaan wordt moet aanvaarden. Zeker wanneer dit een heer van stand als uzelf betreft.’
‘Akkoord’, sprak hij aarzelend,’Als u het zo wilt’.
‘Mooi, dat is dan afgesproken’. Ze liep naar de deur waar ‘spreekkamer’ op stond. Toen ze er vlakbij was, draaide ze zich half om en keek hem aan.
‘Is het nou waar? Van die subsidie?’
De jonkheer bedacht dat deze vrouw enkele kwaliteiten bezat die hij doorgaans alleen bij de freule ervoer. Hij kon ineens geen reden meer verzinnen om haar een antwoord te onthouden.
‘Nee mevrouw, het is niet waar’, zei hij, terwijl hij langzaam van zijn ene voet op de andere bewoog. ‘Er is sprake geweest van ernstige vormfouten in de behandeling van de aanvraag, die over het hoofd gezien zijn door de controlerende instanties in Brussel. Volgens vastgelegd protocol wordt dan eerst de verkregen subsidie teruggevorderd, nog voordat er uitgebreid onderzoek verricht is. Aangezien er niets terug te vorderen viel, is er in dit geval beslag gelegd. Het is een beetje de omgekeerde wereld, waardoor meneer Van ‘t Hek gelijk denkt ons naar het rijk der fabelen te kunnen verwijzen. Het tegendeel is hier echter aan de hand. Het is nu aan ons om onze onschuld te bewijzen”.
‘En?’
‘En wat?’
‘Kunt u uw onschuld bewijzen?’
Langzaam liet Terbrueghe zich in een stoel zakken.
‘Dat is een verdraaid lastig verhaal mevrouw, de vergissingen van ambtenaren in Brussel zijn moeilijk aan te tonen. Daar hebben ze eindeloze commissies van beroep voor in het leven geroepen. We mogen al blij zijn als we er uiteindelijk zonder boetes vanaf komen. Onze advocaten hebben het er momenteel druk mee.’ Flauwtjes glimlachend tikte hij met zijn handschoenen op de rug van zijn hand.

De deur van de spreekkamer zwaaide open en een breedgeschouderde man in een donkerblauwe overall verscheen in de deuropening. De jonkheer zag hoe de jonge vrouw verwachtingsvol naar de man keek.
Met een oude smoezelige lap veegde hij het zweet van zijn voorhoofd.
‘Zo mevrouwtje, dat probleem is verholpen. U bent verlost van de tropische temperaturen, en de verwarming werkt weer naar behoren. Als u hier even de werkorder ondertekent, dan ziet u de factuur wel via de mail verschijnen van de week.’
Hij wapperde met een papiertje dat ze uit zijn hand pakte en meenam de spreekkamer in.
Terwijl hij geduldig wachtte zette de man zijn gereedschapskist op een van de stoelen, en nam de jonkheer van top tot teen op.
‘Die gaat u hier niet nodig hebben’, zei hij wijzend op zijn handschoenen. ‘Of is zij er misschien eentje die je niet zonder kunt aanpakken?’
De jonge vrouw verscheen weer in de wachtruimte en gaf de man het briefje. Gniffelend om zijn eigen gevatheid pakte hij zijn spullen bij elkaar en liep naar buiten.
De groezelige lap hing een stukje uit de achterzak van zijn overall.
‘Hartelijk bedankt voor de snelle service,’ riep ze hem na en richtte haar blik op de jonkheer.
‘En?’ sprak ze glimlachend, ‘wilt u nog van mijn diensten gebruikmaken?’

schaamte

de handschoen(4)

Corné was vasthoudend geweest en had de jonkheer gedwongen zijn voorstel tot in detail te beluisteren. Het kwam erop neer dat iedere grondbeheerder met meer dan 200 hectare, een aanvraag mocht indienen voor ondersteunende funding bij het Europese fonds voor landschapsbeheer. In die pot zat zo’n slordige 1,4 miljard euro, en Corné schatte in dat een goed onderbouwde aanvraag, en wat gesprekjes in Brussel, een bijdrage van ten minste 1000 euro per hectare kon opleveren. Pas toen ze een week later samen bij de notaris zaten, om deze zaak eens grondig door te spreken, begon Jonkheer Terbrueghe in te zien dat het Europees burgerschap zo zijn voordelen kon hebben. De notaris had er ‘voor de vorm’, zoals hij glimlachend zei, nog wel even bij vermeld dat het in het voorstel dat ter tafel lag, niet helemaal helder was of de te subsidiëren grond wel of niet verpacht was, maar die sectie uit het plan kon, volgens Corné, nog wel herschreven worden. In essentie kwam het erop neer dat Europa wilde bijdragen aan het behoud van haar cultureel landschappelijk erfgoed. Terbrueghe vond het uitstekend klinken.

De jonkheer ging zitten op een van de lege stoelen in de wachtruimte en zuchtte diep. Hij had op geen enkele clementie van de heren van de FIOD hoeven rekenen, toen ze aan kwamen zetten met een leeg geplukte rekening op naam van de Stichting Derden Gelden Landgoed Terbreughe. Hij had geen idee waar de overgebleven twee miljoen euro gebleven waren, erop gestort  vanuit een Europees fonds, maar evenmin had hij de behoefte gevoeld om uit te leggen hoe zijn schulden bij het casino recentelijk afbetaald waren. Niet dat dit ertoe deed. De boete, hem opgelegd wegens het frauduleus innen en besteden van een Europese subsidie, was ruim hoger geweest dan zijn speelschulden. Er was beslag gelegd op zijn bezittingen en daar zou voorlopig geen verandering in komen. Het liefste zou hij Corné van der Reijt een klap in zijn gezicht verkopen, maar die was onvindbaar. Terbrueghe verwachtte geen bijdrage meer van hem, alhoewel er conform de afspraak, onder heren gemaakt, nog wel een paar ton openstond.

fraude2

‘U heeft toch onterecht subsidie aangevraagd of is dat ook een fabeltje?’ De jonge vrouw keek hem onderzoekend aan waarbij ze haar hoofd  een beetje scheef hield. Terbreughe moest zich inhouden om geen tirade tegen haar af te steken. Waar dacht ze verdikkeme dat ze het recht vandaan haalde, hem lastig te vallen met haar opdringerige nieuwsgierigheid?  Hij keek haar aan en herhaalde zijn vraag.
‘Mijn inzet zullen de handschoenen zijn. Wat is de uwe?’
Ze was op de stoel achter hem gaan zitten waardoor ze met de rugleuningen tegen elkaar aankwamen.
‘Wat zou u een redelijke inzet vinden?’ vroeg ze, voor zich uit pratend.
‘U bent tenslotte de expert van ons twee als het om de etiquette van een goede weddenschap gaat’.
‘Ik accepteer elk neergelegd bod mevrouw, de etiquette schrijft dit voor. Tevens bent u verplicht een gelijkwaardig tegenbod op tafel te leggen.’
Hij voelde hoe de jonge vrouw een beetje achterover leunde waardoor haar blonde krullen gedeeltelijk over zijn schouder vielen. Hij deed zijn hoofd in zijn nek en snoof haar parfum op.
‘Ik’, sprak ze met zwoele stem, ‘bied u mijn diensten aan’.