Zand van goud

Er komt een man naar me toe.
‘Hoe gaat het met je?’
‘Met mij gaat het goed en met jou?’
‘Met mij gaat het ook goed, ik wens dat het jouw familie en vrienden ook goed gaat.’
‘Ik wens jou toe ook dat het je familie en vrienden goed gaat.’
‘Wil je thee?’
‘Natuurlijk, graag. Aardig van je.’
‘Kom, we drinken thee, insjallah.’
DSC_0081
De kreukels van zijn zwarte tulband vallen in de plooi met zijn gezicht. Uit zijn ogen puilt vriendschap en nieuwsgierigheid. Hij neemt me mee naar zijn tent en ik doe mijn schoenen uit. Een nomade familie duikt op uit de wedervragen die ik hem stel als hij mij bevraagd over mijn thuis. Hij beheert een Kashbah die dienst doet als museum. Het hangt er vol met oude gebruiksvoorwerpen van vroeger zegt hij maar ik zie ze met enige regelmaat nog op de droge akkers gebruikt worden. Het is winter in de woestijn. Rondom de Palmerya wordt de grond met rust gelaten. Het water uit de bron wordt mondjesmaat verdeeld door middel van een kopje met een gat erin dat in een volle bak met water drijft. Als het kopje volgelopen is, is er een uur voorbij en wisselt de bewatering van kanaal zodat iedereen zijn deel ontvangt. Eerlijker dan een horloge, zegt hij.
Zijn vader hangt op een foto aan de muur. Met de haren woest waaiend staat een door de wind gegroefd man tussen twee anderen naar zijn toekomst te staren. Een tafereel uit de vijftiger jaren dat verwezen is naar het museum. De man die me thee schenkt ziet er eender uit. De tijd verstrijkt hier per kopje. Hij is blij dat ik er ben, zegt hij. Zo kan hij leren over de wereld buiten de zijne. Ik vertel hem over het museum waar ik gewerkt heb en hij begrijpt vooral de dingen die over landbouw gaan. We herkennen elkaars instrumenten. Er is meer dat we in elkaar herkennen maar dat brengen we niet onder woorden. Zeventig kilometer verderop de woestijn in woont zijn familie die hij eens in de twee weken een weekend ziet. Dan runt zijn neef voor een weekend de Kashbah en kan hij heen en weer. Soms kan hij geen lift vinden en duurt de tocht langer, zo lang dat het bij samen eten blijft voor hij terug moet.
Hij geeft me van alles teveel. Teveel thee, teveel suiker erin, teveel vragen, teveel lachen, teveel van hem. Zo zijn wij, zegt hij. We geven onszelf weg zonder onszelf te verliezen en jij mag zelf uitmaken wat je er voor teruggeeft. Dat is een ding, besef ik, iets van jezelf geven zonder er iets voor terug te willen. We hebben hier allemaal de tijd, de liefde en elkaar, glimlacht hij me toe. Gisteren is er niet meer en morgen kennen we nog niet. We hebben alleen vandaag.
‘Vandaag drink ik thee met jou.’
Bij het afscheid omhelzen en kussen we elkaar. De gewoonte maakt woorden overbodig maar we zeggen het toch.
‘Ik wens dat het jou, je vrienden en familie voor altijd goed gaat.’
‘Ik wens jou ook dat het jou, jouw familie en vrienden voor altijd goed gaat.’
‘Insjallah.’
Als ik door het zand in de woestijn verder loop bedenk ik dat morgen nog niet bestaat. Vandaag bestaat uit een groot hart. Een groot hart van goud.

Zink met me weg

Een liedje

De activiteiten van Romheen met La Zona nemen astronomische vormen aan. Meer dan we ons vier maanden geleden hadden kunnen voorstellen in ieder geval. De festivals die we bezochten, de voorstellingen die we gaven geven richting aan de dingen die we doen. Waar we heen gaan? We bezinnen ons erop en gaan je verrassen. En onszelf.

zinkmetmewegAfb

Krijtstreep

Deze nacht kent geen horizon. Zee en lucht smelten samen aan de donkere einder. Slechts een dikke witte krijtstreep in het zwarte water markeert de vooruitgang. Achterop dit varend flatgebouw, turend naar haar kielzog, schiet mij het verhaal te binnen. Brommer op zee. Een verstekeling beleeft een nautisch avontuur aan de hand van meester Biesheuvel. Het zou me verbazen als er hier een was, een verstekeling. De buzz is binnenstebuiten gekeerd voordat ik haar de opengesperde kaken van deze boot opstuurde. De jonge marechaussee kon, behalve mijn honden, geen levend wezen ontdekken en wenste me een fijne overtocht.

brommeropzee

The sundeck heet het hier. Er zijn niet veel zonaanbidders hetgeen gezien het tijdstip niet verwonderlijk is. Roken is toegestaan en sommige van mijn mede-verstekelingen trotseren, net als ik, een fris briesje om de adviezen van het ministerie van volksgezondheid in de wind te slaan. Het aantal Duitse verstekelingen aan boord brengt me in de verleiding dit vlot tot das Boot om te dopen. The UK bereidt zich voor op een nieuwe invasie. Een van hen wil twee sigaretten van mij kopen. Ik sla zijn aanbod af en geef ze hem. Na een vuurtje inhaleert hij dankbaar zijn vermindert vermogen tot vruchtbaarheid.

In de reflectie van het raam waar ik doorheen probeer te turen zie ik, te midden van waar ik het zwarte water weet, de beelden van een televisie die achterop het sundeck aanstaat. Als een verstekeling in mijn geestesoog reist een vrouw met me mee die, telkens als haar tegenspeler iets tegen haar zegt, de ogen neerslaat. Het lijkt alsof ze hem niet horen wil. Haar gezichtsuitdrukkingen verraden ongenoegen. Ik wil haar doorgronden maar de muziek op het verduisterd zonnige dek overstemd haar geluid. Ze is mijn verstekeling die niet gehoord wordt. Ik zou de ober kunnen vragen haar een stem te geven maar ik doe het niet. Ze heeft zich de woede van haar medespelers op de hals gehaald. Ik heb geen idee waarom, de muziek die ik hoor biedt geen uitsluitsel. De ober schrobt de bar. Een krijtstreep sleept zich voort achter het schip. In de verte, aan de donkere einder, ontwaar ik een man op een brommer.

Entrepreneur

Bedachtzaam krijg ik antwoord op de vraag wat hij tegenwoordig doet.
Ik heb hem al een tijdje niet gezien en heb gereageerd op zijn uitnodiging.Iets met wijnproeven heb ik onthouden en ik spoedde me met opvallend veel zin naar huize V. Dit zegt iets over de heerlijke gastvrijheid die ik daar altijd ervaar maar het zegt ook iets over mij. Het is een aankondiging die me in gedachten al van verre over de tong piest. Het huis is vol met onbekende mensen die vrolijk babbelend en licht gespannen afwachten wat er gaat komen. De drie lange tafels met daarop glazen, servetten, spuugemmers, formulieren en pennen staan uitnodigend tussen de koffiedrinkers in. De in aluminium gehulde flessen maken kennismaken eenvoudig.
Nieuwsgierigheid laat zich gemakkelijk delen.

Hij zegt me vaak dat hij voor zichzelf wil beginnen. Iets ondernemen waar zijn wereld, onderwijs aan op zijn zachtst gezegd speciale portretten, nog niet aan gedacht heeft. Het gat in de markt.
Het blijkt zo simpel nog niet. Vanuit mijn gezichtsveld bekeken is ie echter allang de ondernemer die hij zegt te willen worden. Inventief en omzichtig omspringend met de beperkingen die zijn werkomgeving hem oplegt. Zich ontworstelend aan de middelmatigheid door een frisse en uitdagende blik op alles rondom hem. Ik verdenk hem ervan dat hij in zijn eentje de afdeling ondernemen van het ROC verbouwd en van nieuwe inzichten voorziet.

“Mensen…mensen!, als ik even de aandacht mag?”.
Vanuit Tsjechië heeft hij een aantal wijnen meegenomen die gekeurd moeten worden. De entrepreneur in spé heeft het snode plan opgevat om de goede wijnen uit die streek te gaan importeren en wil het kaf van het koren scheiden met deze bijeenkomst. Op tafel staan tien witte en tien rode wijnen in folie met een nummer. De bedoeling is om in samenspraak met tafelgenoten de mate van genieten die bij elke slok hoort weer te geven. We zijn enthousiast en zetten het op een proeven.

De gesprekken met hem zijn eigenlijk nooit af maar worden altijd onderbroken door de factor tijd. Soms pikken we ze maanden later gewoon weer op en voegen de nieuwst verworven inzichten eraan toe. Er zit een soort lijn in. Langzaam kruipen onze eindjes nader. Het is net als met samen gaan fietsen wat we nog steeds niet doen. Omdat we mannen zijn praten we eeuwig over hoe weinig we trainen .
Bang om eraf gereden te worden.

Met een auto bonkend en stuiterend op de limieten van de vering is hij teruggekomen van vakantie. Tjokvol wijnen uit het nieuw beloofde land. Het avontuur spuit zo ongeveer uit zijn oren wanneer hij verteld over de wijnboeren en de mensen die hij ontmoette. Hij houdt van mensen. Hij houdt van wijn. Bij de proevers slaat na verloop van tijd echter de werkelijkheid toe. Her en der een frons nadat het glas aan de lippen gezet is. De spuugemmers raken gevuld.
wijnproeverij
Als hij alle evaluatieformulieren verzamelt heeft laat hij zien uit welk hout er bij hem thuis gesneden wordt. De entrepreneur verklapt een geheimpje.
Te midden van de in folie gehulde flessen zitten twee AH huiswijntjes verstopt.
Die vindt hij zelf niet echt lekker maar ze zijn een goed referentiepunt om te zien of wat je ver haalt dat wel is. Een bewonderend geroezemoes stijgt op uit de aandachtige menigte. De kwaliteit van onze papillen staat op het spel. Met een groots gebaar ontdoet hij de categorie d’hors van hun omhulsels.Het even heel stil voordat er een kakofonie van verwarring losbarst.
Het uitgelezen gezelschap van wijnkenners heeft de sloeber van Albert Heijn uitgeroepen tot winnaar in zowel de rode als de witte variant. Met glimmende ogen strijkt hij de hand over zijn kin en neemt een beslissing die hem tekent. Hij wordt geen wijnboer. Volgend jaar weer gewoon op vakantie naar dat prachtige land.
We nemen er eentje op.