Natuurwinkel

Ze belt hem.
Ik hoor haar schelle stem knetteren via zijn telefoon. Hij heeft hem op de speaker staan maar houdt het apparaat desondanks aan zijn oor. Hij heeft het druk. Laptop op schoot. Boeken open naast hem op de bank. Hij legt dat ook uit. Aan haar. Dat hij druk is.
“Ik ben wat eerder weggegaan uit die unit meeting. Vond dat dat wel kon. Dick dacht daar anders over geloof ik, gezien zijn blikken maar…” De stem kraakt vervaarlijk uit de speaker.
“Nee, ja, nee, niet altijd hè?”
Gepruttel.
“Ja, maar schat, kun je dat zelf niet even doen? Ik heb het nog enorm..”
Geratel.
“Weet ik veel, misschien hebben ze dat daar ook wel ja. Waarlangs? Jezus, jij bent er vlakbij!”
Tussen het gekraak versta ik drie woorden die ik weleens op een schutting lees. Blijkbaar heeft de stem het juiste vocabulaire gevonden om de man te overtuigen.
“O, de natuurwinkel?”, vraagt hij nu poeslief. Onwillekeurig kijk ik naar buiten. De film achter het venster vertoond een voorbijrazend stedelijk landschap. Gestapelde stenen in de hoofdrol.
“Goed, goed, ik zal er even langs. Wat wil je nog meer dat ik meeneem?”
Ik denk aan afgemeten porties glooiend landschap, bloemen binnen de perken, plastic bakjes zonsondergang en tassen vol met boomgaard.
“Wat voor specerijen?”
Geknars .
De natuurwinkel. Er is geen kruid tegen opgewassen.

jungletrein
Aan de horizon van mijn voorstellingsvermogen vormen zich gangpaden vol weelderige jungle en winkelwagens, uitpuilend van de tropische vruchten. Een binnenmeer met vissers die hun verse waar aanbieden vanuit hun houten bootjes. Miriam Makeba zingt Pata Pata op de achtergrond. Een deur waarop staat ‘toegang onder begeleiding’ trekt mijn aandacht. Erachter een keur aan bushroutes die je op vertoon van een spaarkaart kunt volgen.
In het gangpad met ‘Afrika’ erboven staat een Jeep klaar. Een safari tussen inheems vers vlees van koedoe en struisvogel. Je kunt het wild zelf schieten. De gids is een werkloze tandarts. Hij heeft een T-shirt aan van de Lion King.
“Mierikswortel?”
Het gekwetter haalt me terug uit de natuur.
“Wacht, ik noteer het even.”
Door het venster zie ik dat de film in slow motion is gaan draaien. De man pakt zijn spullen bij elkaar en maakt aanstalten om te gaan.
“Je komt toch altijd minder ver dan je denkt hè”, zegt hij, wijzend op zijn telefoon.