Ik zie een man zijn wilgen knotten
Na verloop van tijd zijn het er drie
Mannen die hun wilgen knotten
Ik zie een man zijn bomen planten
Na verloop van tijd zijn het er twintig
Bomen in de grond
De was leunt buiten
tegen wind
Voorop de fiets bij mam
Een kind
Een puber steekt
Zijn hand uit
Niemand die hem pakt
Ik zie een man zijn hond uitlaten
Na verloop van tijd zijn het er tien
Honden aan een strakke riem
Viervoeters sleuren
Hem de lente in