zijn meisje

Met een zelfverzekerde tred kwam hij binnen. Zijn korte diepzwarte krullen dansend op het boord van een nonchalant dichtgeknoopt crème wit overhemd.
‘Waar kijk je naar?’
Mijn vriendin had het gebrek aan focus op haar verhaal in de gaten, en draaide zich een beetje om.
‘Mmm-mmm, goeie kop!’
Hij bleek Corné van der Reijt te heten, en was het epicentrum van een groepje studentikoze blaaskaken van middelbare leeftijd, die elkaar de loef afstaken met opschepperige verhalen en vernederende kwinkslagen. Ik schatte hem halverwege de veertig en hing net als dat groepje, zij het op enige afstand, aan zijn lippen als hij het woord nam. Hij gebruikte zijn handen als hij sprak. Hij had mooie grote handen. Verzorgde nagels. Een kleine tatoeage op zijn linker pols. Later, toen ik hem dacht te kennen, zei ik altijd tegen hem dat hij van die lekkere klauwen had. Ik klemde dan mijn kaken op elkaar en siste tussen mijn tanden tegen mijn eigen, selfmade, single man van de wereld. Dat was hij, selfmade en onberekenbaar.

Telefonerend, druk met zijn handen wapperend, reed hij zijn matzwarte BMW door Oud Zuid. Ik weet niet meer precies waar we waren toen hij ineens de auto parkeerde.
‘Ik moet je nog iets vertellen,’ sprak hij voor zich uit toen hij de verbinding verbroken had. Langzaam stroopte hij zijn linkermouw op en toonde me de vier letters van zijn tattoo.
‘Ze is mijn moeder niet’.
‘Ze is jouw moeder niet?’ vroeg ik verbaasd.
‘Wie zijn moeder is ze dan?’
‘Ze is niemand’s moeder, ze is negen jaar.’
‘Negen jaar?’
‘Ja, ze is mijn dochter, Vera, ik ga haar zo even van school halen.’

Ik herinner me nog dat ik verbijsterd naar hem keek terwijl hij zijn manchetknoop dichtdeed en de auto startte. Weet niet meer wat ik gezegd heb. Ik ben uitgestapt en heb zijn dochter niet gezien, die dag.

veratattoo