Onderscheidend

Ik ben in een roadhouse, een soort van restaurant, camping en benzinestation ineen ,ergens in het zuiden van de Northern Territory in Australia. De plaatsaanduiding doet er niet heel veel toe want die roadhouses zijn overal ongeveer hetzelfde. Tenminste, op het eerste gezicht dan. Men gaat nogal ver in pogingen zichzelf te onderscheiden. Dat roadhouse waar ik net over begon is bijvoorbeeld roze. Zo heet het dan ook; pink roadhouse. Begonnen als grap van twee hippies die hun oude volvo roze schilderden maar inmiddels wereldberoemd op dit continent. De hele tent is roze met een enorme berg prullaria als reclamemateriaal. Je raad het, ook roze met als klap op de vuurpijl twee roze kano’s voor de deur om mee te varen tijdens overstromingen. Me dunkt, we zijn in een woestijn maar ook hier eerder een buitje meer dan minder.

Onderscheiden kun je je ook door de dames die jouw etablissement betreden een gratis drankje aan te bieden mits ze bh dan wel slipje afstaan om aan het plafond te hangen. Of door van alle soorten gras die er in de buurt groeien papier te maken, je kunstzinnige dochter ermee aan de haal te laten gaan en een tentoonstelling te openen met wereldwijde bekendheid omdat de modewereld interesse heeft. We hebben het hier over een station in het centrum van Australia waar meer koeien dan mensen rondlopen. Ter vergelijking nog even de afmetingen; een boerderij zo groot als Nederland met 4500 stuks vee die er rondlopen. Kan wel meer maar je wilt het land niet teveel belasten. Wij stoppen in Nederland bijna 18 miljoen mensen in die ruimte. Om van de opgehokte dieren maar te zwijgen.

Jezelf onderscheiden is eigenlijk niets anders dan een eigen geluid laten horen of een eigen gezicht laten zien. Ik doe er geen eed op want ik ben hier nog niet klaar maar de hoofdprijs voor zichzelf onderscheiden gaat voorlopig naar het plaatsje Coober Pedy. Opaal hoofdstad van de wereld qua vind gebied en met afstand de vreemdste plek waar ik ooit geweest ben: 1800 gelukszoekers wonen er in huizen onder de grond omdat het erboven veel te heet is en de omgeving is veranderd in een enorme gatenkaas met 1,5 miljoen putten die gegraven zijn in de hoop opaal te vinden. Opportunisme waar de zuidas van Amsterdam een puntje aan kan zuigen. Het ziet er hier volledig afgeleefd uit doordat al die putten niet dichtgegooid mogen worden wegens instortingsgevaar voor andere gravers met als resultaat een landschap getekend door molshopen in vele soorten en maten. Hier is iedereen de mol.

Logischerwijs bestaat de middenstand hier voor 80 procent uit opaal verkopers, 10 procent uit opaal inkopers en de resterende 9 procent wordt volgemaakt met de bakker, slager,supermarkt, drankwinkel en een paar restaurants. Het allerlaatste procentje gaat naar Harry. Harry is niet meer onder ons maar hij runde hier een kroeg die er nog wel is en waar iets apart mee is. Als je er als vrouw afstand deed van een stuk ondergoed dan kreeg je van Harry persoonlijk een gratis drankje en meer want het verhaal gaat dat hij populair was onder de vrouwelijke clientèle.

Ik vermoed dat Harry een keer in een roadhouse in het zuiden van the Northern Territory geweest is.

Weg

Ergens langs een lang rood lint van een onverharde weg staat

bestand tegen permanent stof dat haar bekruipt

een klein wit metalen kruis versierd

met plastic bloemen zoals mijn oma

in haar glazen kast

aan Jezus’ voeten had liggen

De weg is genoemd naar een witte man

die hier doorheen geploeterd is en zo een weg gevonden heeft die ergens

heen moet zijn gegaan

Van zijn gezelschap overleefde alleen hij;

de paarden, de kok, de metgezellen liggen

ergens hier verspreid onder steen en stof.

Niemand weet waar maar alle 16 inwoners van Kulgera,NT weten van het restje hek waar gedenken hier van gemaakt is.

Zo verteld lijkt een klein wit kruis aan een lange stoffige weg vernoemd naar een beroemde witte man versierd met de bloemen van mijn oma

al heel wat voor een meisje

dat hier tragisch aan haar einde kwam